LOADING

Wilbert Bulsink

Componist bij de muzikale ontdekplek in Amsterdam

Componeren als organisch proces

Interview en tekst: Annie Oude Avenhuis - 14 april 2018

Super gedreven is hij, van jongs af aan. Wilbert Bulsink is componist, pianist en toetsenist. Als componist krijgt hij opdrachten van ensembles, orkesten en muziektheater. Hij speelt hammondorgel in de band PumpOrgan en maakt deel uit van het componistencollectief Monoták. Bulsink is docent compositie aan het ArtEZ Conservatorium in Zwolle. Hij wint diverse prijzen. Wanneer schreef hij zijn eerste symfonie?

Doetinchem
Thuis staat een elektronisch orgel: ‘Ik wilde altijd achter dat orgel zitten.’ Op zijn derde heeft zijn vader hem geleerd waar de noten zitten. ‘Ik ging noten tekenen en begon zelf noten op te schrijven, toen ik vier was.’ Zijn vader is amateur organist in de kerk, zijn moeder werkt in het onderwijs. Als hij vier is krijgt hij orgelles, op zijn zesde pianoles. Hij gaat zelf muziek schrijven. Hij zoekt de extremen: waar ligt de hoogste noot, waar ligt de laagste? In de vitrine van de boekwinkel ziet hij een partituur voor orkest met achttien balken. Wilbert: ‘Dat wil ik ook maken!’ Op zijn zevende schrijft hij een symfonie. Hoe ga je om met zo’n talent?

Met weinig iets maken
Hij krijgt les van Daan Manneke als hij twaalf is. ‘De eerste opdracht die ik van hem kreeg was een stuk voor trommel schrijven. Ik vond het heel moeilijk. Dat trommelconcept heb ik omgezet naar een solo voor viool met een beperkt aantal noten. Ik ontdekte dat ik met ritme alleen ook veel kon doen. Later heb ik dat stuk bewerkt voor orkest.’ Daan Manneke heeft hem geleerd om abstract naar muziek te leren kijken. Het gaat niet alleen om de oppervlakte, maar om de constructies die eronder liggen. Op de middelbare school maakt hij kennis met popmuziek en ontdekt hoe vernuftig dat in elkaar zit. Op zijn veertiende krijgt hij een bijbaan als kerkorganist in een klein kerkje in Etten. Zondagochtend speelt hij op het orgel, ‘s middags in de rockband Magic Fish. ‘Voor mij was het een belangrijke leerschool om te werken met mensen, die spelen zonder noten te gebruiken.’

Nieuwe muziek
Vanaf zijn vijftiende krijgt hij pianoles van Ton Hartsuiker, directeur van het conservatorium in Amsterdam. ‘Hij liet me echt nieuwe muziek horen. Hij leerde me dat ik Stockhausen serieus diende te nemen. Ik snapte het niet meteen, maar wist dat het van belang was. Daar is mijn interesse voor hedendaagse muziek ontstaan.’ Op het conservatorium in Amsterdam krijgt hij les van Theo Loevendie en Wim Henderickx. Hij stelt hoge eisen aan zichzelf en stopt tijdelijk met zijn studie om zich te bezinnen op zijn leven en werk als componist. In 2008 studeert hij cum laude af. Hij ontdekt dat ‘het zelf opzetten van projecten’ van belang is. Opdrachten krijgen is prettig voor een componist, maar ook de vraag: ‘wat wil je als componist zélf maken?’ 

Splendor
‘In Splendor moet je iets doen, wat je op geen enkele plek kan doen. Voor musici is het van belang dat ze een plek hebben, waar ze vrij en  creatief bezig kunnen zijn. Zo ontmoeten ze elkaar op een andere manier op het podium in Splendor. Dat leidt tot nieuwe initiatieven en bijzondere samenwerking.’

Op tournee naar Egypte
Miriam Overlach, mijn vriendin is harpiste. In 2013 vraagt ze mij of ik een stuk voor haar kan schrijven met boventonen op de laagste snaren van de harp. Dat is een speciale techniek die zij heeft ontwikkeld. Ook in Egypte hebben ze belangstelling voor zo’n stuk met harp. Ik schrijf het, Miriam voert het uit en Bas Wiegers dirigeert het. In 2015 gaan we met zijn allen naar Egypte om het stuk uit te voeren. Als we daar aankomen heeft IS een aanslag gepleegd: alle concerten worden afgelast. Er is een periode van nationale rouw afgekondigd. Wij keren onverrichter zake terug naar huis. Ons plan wordt niet uitgevoerd. In 2016 gaan we opnieuw naar Egypte, nu met Ed Spanjaard als dirigent. De uitvoering is een succes. In die tijd wordt Ed Spanjaard dirigent bij het Orkest van het Oosten. Hij vraagt mij om voor dat orkest een nieuw werk met harp te componeren. Het is fijn om uitgenodigd te worden om iets te maken; het vertrouwen dat je krijgt als componist. Het is een bijzonder traject, een vijf jaren plan, maar dingen groeien langzaam. Dat besef is heel waardevol.’