LOADING

Vasile Nedea

Accordeonist & cimbalist bij de muzikale ontdekplek in Amsterdam

De kracht van volksmuziek         

Interview en tekst: Annie Oude Avenhuis - 11 maart 2017

Vasile Nedea speelt op cymbalon, piano en accordeon. Zijn specialisme is volksmuziek uit Roemenië. Dat heeft hij van zijn opa geleerd. Hij studeerde aan het Dinu Lipatti Instituut in Boekarest en won drie nationale prijzen met cymbalon. In Nederland werd hij van de straat geplukt door het Nederlands Blazers Ensemble! Hoe ging dat in zijn werk? Vasile componeert en arrangeert muziek voor allerlei gezelschappen.

Van generatie op generatie
Van zijn moeder kreeg hij een kleine accordeon, toen hij drie jaar was. Zijn opa wist intuïtief dat hij talent voor muziek had. ‘Ik was een musicus in de dop.’ De traditie is begin 1800 vanuit Hongarije naar Roemenië gekomen. Er zijn minstens vier generaties beroepsmusici in de familie. Zijn opa was een beroemde violist. Vasile: ‘hij heeft mij de gedragsuitingen van een beroepsmusicus geleerd: hoe moet je op het podium staan, buigen bij applaus met een glimlach op je gezicht.’ Toen hij is overleden, heeft mijn oom de traditie aan mij overgedragen.

Roemeens onderwijssysteem
‘Als je talent hebt, dan krijg je de kans om dat te ontwikkelen. Ik werd ook wel een wonderkind genoemd. Dat is niet raar in Oost-Europese landen.’ Toen hij zeven jaar was ging hij naar de High School of Art. Hij maakte lange dagen op de basisschool om allerlei muzikale vakken te doen. De klassieke wereld leerde hij via de piano kennen. ‘Als één van de weinige zigeuner-leerlingen stroomde ik door naar een muzikale opleiding. Ik werd geacht een voorbeeld te zijn.’ Zijn culturele achtergrond moest hij verbergen: ‘Spelen op gehoor kon bijvoorbeeld niet, dat doe je thuis of op een bruiloft’.

Volksmuziek
Na de revolutie van 1989 mocht de volksmuziek- voor het eerst in de geschiedenis- als een serieus vak worden beoefend. Maar er was geen accordeon leraar voor hem. Hij offerde de accordeon op, maar met de cymbalon ging er een geweldige nieuwe wereld voor hem open.  Op het Dinu Lipatti Instituut in Boekarest heeft hij cymbalon gestudeerd. Daar heeft hij de kneepjes van het vak ge-leerd: hij won drie Nationale prijzen en het muziekinstituut was trots op hem. Tijdens zijn examen speelde hij een vioolconcert op een cymbalon, klassieke muziek op een ‘zigeunerinstrument’. Na omzwervingen in Europa met een zigeunerorkest kwam hij in 1999 naar Nederland.

Splendor
‘Eindelijk heb ik een huis gevonden om mijn droom gestalte te geven. Ik wil volksmuziek niet alleen mondeling, maar ook op een academische wijze overdragen.’ Het is belangrijk voor mij om muzikale kennis over mijn culturele achtergrond over te dragen. ‘Splendor is een mix van verschillende muziekstijlen; eindelijk allemaal onder één dak. We kunnen mensen blij maken door kunst en muziek.’

NBE
De eerste jaren in Nederland was geen gemakkelijke tijd. Op een koude grijze decemberdag stond ik op straat te spelen om de kost te verdienen. Dat was op de Dam, naast de ‘groene boom’. Iemand kwam naar mij toe, pakte zijn klarinet uit de koffer en we gingen samen spelen. Dat was Gerrit Boonstra van het Nederlands Blazers Ensemble (NBE). We hebben prachtig samen gespeeld. Ik was plezierig verrast door de open houding en kameraadschap van hem. Hij had een mooie zachte blik in zijn ogen en in de muziek kwam het tot een gesprek. Achteraf bleek dat ik op straat al eerder was opgemerkt door Saskia Törnqist, muziekwetenschapper, die o.a. voor het NBE werkt en door Stan Rijven, recensent, popjournalist en publicist. “Er is een zigeuner in de stad. Hij speelt prachtig cymbalon, jullie moeten hem opsporen, hij is een wereldmuzikant!” Het thema van het NBE was dat jaar “Van de straat”. Ik werd als straatmusicus door het NBE , letterlijk van de straat geplukt. Na het uitwisselen van contactgegevens werd ik door Bart Schneeman, de artistiek leider van het NBE gebeld of ik met hen mee wilde spelen. Dat leidde tot het optreden in het concertgebouw tijdens het fameuze NBE Nieuwjaarsconcert in 2002. Dat was mijn grote geluk.’