LOADING

Santiago Cimadevilla

Bandoneonist & componist bij de muzikale ontdekplek in Amsterdam

Bandoneonspeler, arrangeur en componist

Interview en tekst: Annie Oude Avenhuis - 7 februari 2017

Zijn droom om professional te worden, komt in Nederland uit. Santiago Cimadevilla komt op zijn 19e naar Nederland om te werken in de ICT. Maar zijn grote liefde is muziek. Hoe leerde hij de bandoneon kennen in Nederland? Hij speelt solo en in ensembles, arrangeert en componeert. Op het conservatorium in Rotterdam is hij docent artistiek onderzoek.

Taboe op tango in Argentinië
Zijn vader is professioneel popmuzikant en speelt basgitaar. Als hij elf is, vraagt hij zijn vader om hem gitaar te leren spelen. Hij kent al snel de basis akkoorden en speelt in rockbandjes: heavy metal, en ook de blues. ‘Ik luisterde stiekem naar tango muziek, want mijn vrienden vonden dat niks. Tango werd geassocieerd met oudere mensen, die tijdens de dictatuur hebben geleefd. Als jongere was je er niet trots op als je tango wilde leren spelen. Ik wist ook niet precies waarom ik dat wilde. Misschien speelde mijn grootvader een rol. Hij had een nachtclub, waar allerlei beroemdheden tango kwamen spelen, bijvoorbeeld Astor Piazzolla.’ 

Bandoneon
Hij studeert twee jaar klassiek piano op het conservatorium in Buenos Aires en werkt tegelijkertijd in de ICT om de kost te verdienen. Hij wil naar de VS. Hij solliciteert en krijgt tot zijn verrassing een baan in Den Haag. Hij werkt en maakt muziek. In Nederland leert hij via zijn vriend Arend Reehorst de bandoneon kennen. ‘Ik hield veel van tango muziek, maar had nog nooit een bandoneon in handen gehad.’ Vanaf het eerste moment realiseert hij zich dat de bandoneon zijn instrument is! Het is een zeldzaam instrument, van oorsprong een Duits volksinstrument. De bandoneon wordt door de nazi’s verboden, want de tango is “Entartete Musik”. Maar in Argentinië vinden de bandoneon en de tango elkaar. Als hij 21 is koopt hij een bandoneon in Argentinië. In 2006 gaat hij naar het conservatorium van Rotterdam, waar hij full time bandoneon studeert bij Victor Villena, een Argentijnse docent en leeftijdgenoot van hem.

Muziek is altijd persoonlijk
‘Bijna alles wat ik speel, arrangeer ik zelf. In de muziek komen allerlei invloeden naar voren. Je brengt je eigen muzikale taal mee. Je moet als jezelf klinken en niet als iemand anders. Als ik de vrijheid heb, dan probeer ik iets nieuws te maken: dat kan met tango, jazz, metal, rock en klassieke elementen.’ Het Nederlands Vioolconcours gaf hem een opdracht voor een compositie. Onlangs heeft hij deze compositie afgerond: “El fin de la metafora” (2018).

Splendor
‘Het blijft een bijzondere ervaring om als eerste in het gebouw te komen of als laatste te vertrekken.’ Splendor is een podium waar direct interactie is tussen muzikanten en publiek. Het is een plek waar na het concert enthousiaste én kritische gesprekken zijn met het ‘eigen’ publiek. Dat vindt hij heel waardevol. ‘De meesten van ons proberen dingen uit, die we elders niet zo makkelijk kunnen spelen. Naast tango muziek speel ik bijvoorbeeld Bach en Mozart op bandoneon. En het samenspelen met collega’s is bijzonder.’

NBE en Gergiev festival
Bart Schneeman belde mij op. Dat was in 2007. Hij vraagt of ik over een paar dagen een concert kan doen op het Gergiev Festival in Rotterdam. De beroemde bandoneon speler Alfredo Marcucci is ziek. Of ik kan invallen. Het thema is Liebesnacht. Bart noemt een aantal vrij bekende stukken voor mij. Maar ik bluf ook wel een beetje. Ik zeg dat ik alle stukken wel kan spelen. Normaal zou ik dat nooit hebben gedurfd. Gewoonlijk bereid ik alles goed voor, maar die tijd is er niet. De meeste voorbereiding is op dezelfde dag. We beginnen vroeg en nemen alle stukken door. Wilmar de Visser geeft mij een partij voor contrabas en piano, met de vraag of ik dat op bandoneon kan spelen. Het vertrouwen dat ik krijg geeft mij vleugels. Drie uur later voeren we dat stuk uit. Het is mijn eerste ervaring met muziek maken op een andere manier: ter plekke voorbereid en vertrouwen op je intuïtie. Die dag was magisch voor mij en zal ik nooit meer vergeten.’