Nora Fischer
Mezzosopraan bij de muzikale ontdekplek in AmsterdamZoektocht naar eigen stijl
Interview en tekst: Annie Oude Avenhuis - 20 maart 2017
Nora Fischer is een pionier, een veelbelovend zangeres en stemkunstenares, beroemd in binnen- en buitenland. Ze verlaat het conservatorium voortijdig om haar eigen stemgeluid te ontdekken. Ze studeert filosofie en muziekwetenschappen. Ze is een pleitbezorger voor diversiteit én begon als jong talent bij Splendor. Wat is haar drijfveer? 'Ik zoek de wisselwerking met publiek, ik wil muziek delen.'
Zomervakantie
Nora komt uit een muzikaal gezin: haar moeder is blokfluitiste, haar vader is dirigent. 'De zomer bracht ik vroeger in Hongarije door. Ik ben midden in de vakantie jarig en dat vierden we met de hele familie. We kozen elk jaar een opera, meestal eentje van Mozart, en maakten daar onze eigen versie van. We namen het heel serieus. We werkten er wekenlang aan, en wilden er iets moois van maken. En daardoor werd het ook humoristisch, want ieder verzon de gekste dingen.' Vanaf haar 5e speelt ze piano, maar ze krijgt moeite met de hoge studie- en prestatiedruk. Ze stopt er in haar tienerjaren mee. Wat wil ze dan wel?
Nationaal kinderkoor
Op haar 14e dirigeert haar vader een opera. Ze is erg onder de indruk van de zangeres en besluit: 'ik wil ook zingen'. Ze wordt lid van het Nationaal Kinderkoor, onder leiding van Wilma ten Wolde. Dat heeft ze jaren gedaan: een nieuwe wereld gaat voor haar open. Het ligt dan ook voor de hand dat ze naar het conservatorium gaat om zang te studeren. Als ze eenmaal op de opleiding zit, ontstaat er wrijving met het instituut. Ze is een student met creatieve ideeën, noemt zichzelf 'eigenwijs' en wordt weggestuurd. Ze gaat op zoek naar een eigen stemgeluid.
Keuze eigen pad
Hoe vervolgt ze haar pad? Ze gaat naar de Complete Vocal Institute in Kopenhagen en leert verschillende stemtechnieken. 'Dat was helemaal te gek, precies wat ik nodig had. In tegenstelling tot het keurslijf en klankideaal van de klassieke opleiding, leerde ik mezelf telkens op een open manier afvragen: wat voor stemgeluid wil ik bij deze muziek inzetten?' Dat leidt tot nieuwe artistieke mogelijkheden. Inspirerende voorbeelden, zoals Cathy Berberian, Claron McFadden en Dawn Upshaw hebben hun eigen weg gekozen: daarom zijn ze ook zo succesvol. Het is een zoektocht, een strijd met vallen en opstaan. 'Als je fouten durft te maken, dan ontstaan nieuwe wegen om te groeien.' Ze vertrouwt heel sterk op haar eigen intuïtie.
Jong talent bij Splendor
Nora heeft de afdeling 'jonge honden' in het leven geroepen. ‘Splendor moet ook een springplank bieden voor jonge, startende artiesten: zij hebben een plek nodig.’ Daarom zit ze in de commissie “keuze voor nieuwe muzikanten”. Ze zet zich in voor een grote variatie aan artiesten binnen Splendor: 'jong, oud, bekend, onbekend, klassiek, pop, experimenteel, wit, zwart, groen, geel. Zolang het mensen zijn die voor Splendor interessant zijn, bieden wij een platform om hun dromen in en met het gebouw waar te maken.'
Delen met publiek
'Ik zong in Eindhoven een liedcyclus over de dood, 'Death Speaks', gecomponeerd door David Lang. Het is een prachtig werk waarin de dood een eigen stem en persoonlijkheid krijgt. Het geeft ons het gevoel dat de dood zowel een kil einde kan zijn, als misschien een warm bad, een mooi licht of iets dat ons veilig stelt. Een paar dagen na het optreden kregen we een mail van een ouderpaar. Zij schreven ons hoe diep het optreden hen geraakt had. Ze vertelden over hun dochter die onlangs een einde aan haar leven had gemaakt: het optreden heeft hen grote troost kunnen bieden en verder geholpen in hun verwerkingsproces. Ik vond het extreem heftig en verdrietig, maar het was een heel bijzonder gevoel om te lezen dat ik ze blijkbaar iets waardevols heb kunnen geven. Het betekent voor ons muzikanten heel veel om zoiets te horen; ik kan soms zo de moed verliezen en denken: 'wie zit hier nou écht op te wachten'. Het is een wisselwerking: hij raakt mij ook diep als iemand uit het publiek zoiets met me deelt. Dit soort reacties raken aan de kern van wat veel muzikanten dag in dag uit proberen te bereiken. Dat lukt vaak niet, en dat is ook niet erg, maar als je heel af en toe de schot in de roos raakt, dan is dat genoeg.'